Description
Beschrijving / achterkant omslag
Het kind dat iets niet kan, onhandig is en wordt uitgesloten bij het spel, niet of onvoldoende kan spreken, grote moeite heeft met lezen, schrijven of rekenen, is op weg naar faalangst, vereenzaming, onzekerheid, tempoverlies en tot slot karakterveranderingen.
De oorzaak van zulk niet kunnen kan velerlei zijn. De orthodidactische hulp die in dergelijke gevallen vereist is, zal al naar gelang die oorzaak gegeven moeten worden door een fysiotherapeut, een logopedist of een remedial teacher en last but not least door de ouders en de school. In dit boek zetten de auteurs de beginselen van didactiek en orthodidactiek uiteen, waarbij aan het eind van iedere sectie een aantal grondregels wordt samengevat welke eisen de orthodidacticus aan zichzelf moet stellen. Voorts brengen zij verslag uit van hun praktijkervaringen met niet kunnende kinderen.
Het eerste deel behandelt de prestaties waartoe een kind moet kunnen komen wil het zinvol deelnemen aan de samenleving (het kunnen).
Het tweede deel behandelt de stoornissen (het niet kunnen): verbale achterstand, lees-, schrijf- en rekenstoornissen en motorisch achterblijven.
Het derde deel bespreekt de fundamentele oorzaken en de diagnostiek.
Pierre Mesker (1905–1985) was neuroloog-psychiater te Maastricht en vanaf 1964 verbonden aan het Radboudumc te Nijmegen. Getuige zijn promotie op De menselijke hand in 1969 is hij zich gaan toeleggen op leer- en ontwikkelingsproblemen. Mesker heeft een aantal vernieuwende concepten naar voren gebracht, te vinden in het boek De menselijke hand (2016, Suyi Publicaties). Ook heeft hij als diagnostisch instrument het tweezijdige verticale Bord voor handmotorische lateraliteit ontworpen, waarmee het rijpingsstadium van de lateralisatie of stoornissen daarin vastgesteld kunnen worden, en met welk instrument kinderen de handmotorische stadia onder begeleiding kunnen doorlopen.
Mesker heeft landelijke bekendheid gekregen in kringen van therapeuten en orthodidactici door zijn behandelingsstrategieën van ontwikkelingsstoornissen van de functies die ten grondslag liggen aan alle kunnen.
Jos Hofhuizen-Hagemeijer (1920–1991) was de orthodidactische kracht die steeds in nauwe samenwerking met Pierre Mesker onderzoekmethoden en behandelwijzen ontwikkelde.
INHOUD
INLEIDING 11
ALGEMENE BEGINSELEN 13
DIDACTIEK EN ORTHODIDACTIEK 18
DEEL I GRONDBEGINSELEN VAN DE SPECIËLE DIDACTIEK
1.1 Kunnen en niet kunnen 23
1.2 De waarnemende zelfbeweging 26
1.3 De aandacht 28
1.4 Het maken 31
1.5 Handeling en proces 32
1.6 Het spoor 34
1.7 De gestalte 36
1.8 Het spreken 38
1.9 Verstaan en begrijpen 42
1.10 Lezen en schrijven 45
1.11 Schatten, tellen en meten 60
1.12 De ontwikkeling van de vitale ruimte 63
DEEL II GRONDBEGINSELEN VAN DE SPECIËLE ORTHODIDACTIEK
Inleiding: Leerstoornissen en partiële defecten 67
HOOFDSTUK I HOUDING EN BEWEGING
Inleiding: Het materiële- en het bewegingsaspect 69
1.1 Het bewegingsapparaat 71
1.2 De zelfbeweging 93
1.3 De uitdrukkingsbeweging 94
1.4 De waarnemingsbeweging 96
HOOFDSTUK II RUIMTE, DUUR EN GESTALTE
Inleiding: De zelfbewegingsbelevingen 99
2.1 Slurfmotoriek 101
2.2 Symmetrische motoriek 103
2.3 Asymmetrische motoriek 106
HOOFDSTUK lIl HET EEN EN HET ANDER
Inleiding: Tegenstellingen 108
3.1 De beweger en het bewogene 109
3.2 De aanraking en het aangeraakte 110
3.3 Vóór en achter, toekomst en verleden 112
3.4 Meten van ruimte en duur 113
HOOFDSTUK IV DE MENS IN ZIJN WERELD
Inleiding: Het beginsel van macht en onmacht 115
4.1 Het ontstaan van mens en wereld 118
4.2 De mens verandert de wereld 120
4.3 De wereld verandert de mens 121
4.4 De machtige en de hulpeloze mens 123
HOOFDSTUK V DE HULPELOOSHEID
Inleiding: De diagnostiek van de partiële defecten 125
5.1 Het syndroom van de totale onmacht 126
5.2 Het syndroom van de voortdurende symmetrie 129
5.3 Het syndroom van de te vroege lateralisatie 130
5.4 Het syndroom van de dyslateralisatie 131
5.5 Over rekenstoornissen 137
5.6 Over aandachtstoornissen 140
DEEL III. TOEGEPASTE SPECIËLE ORTHODIDACTIEK
Inleiding: Over functieontwikkeling 147
1.1 Het onderzoek 149
1.2 Het team 151
1.3 De vloertherapie 153
1.4 De oefentherapie bij motorische achterstand 156
1.5 Het leren verbaliseren 163
1.6 De lateralisatieoefeningen 165
1.7 De oriëntatie in de ruimte 211
1.8 Hulp bij rekenstoornissen 218
1.9 Luisteren, zelfbeluistering en inwendige spraak 228
1.10 Het aandeel van de ouders 239
NASCHRIFT: De preventie 241